“Ik heb het gevoel dat ik nog méér moet doen.” “Ik ben niet goed genoeg.” “Ik moet zoveel ballen in de lucht houden, en voel me schuldig dat ik niet meer tijd met mijn gezin doorbreng.” “Ik voel me machteloos, krijg maar niet gedaan wat ik wil.” “Soms word ik overvallen door gevoelens van woede.”
lees verder